, [2005], 211-233 Analysis of Romans 5:1-8: New Testament Prosaic Argument
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Door Welken wij ook de [2]toeleiding hebben door het geloof [3]tot deze genade, in welke wij staan, en roemen [4]in de hoop [5]der heerlijkheid Gods. 2. Of, toegang tot deze genade; waardoor te kennen gegeven wordt, dat wij tot deze genade vanzelf niet zijn gegaan, maar dat wij van Christus door Zijnen Geest daartoe zijn geleid; Ef.2:8; Hebr.8:10. 3. Dat is, tot dezen staat der vriendschap en vrede met God. Waaruit ook voortkomt dat wij met vrijmoedigheid tot Hem gaan en Hem durven aanroepen als een Vader; Ef.2:18, en Ef.3:12; Hebr.4:16. 4. Of, op de hoop; dat is lijdzame verwachting door Christus. 5. Namelijk die namaals in ons zal geopenbaard worden; hfdst.8 vs.18.